Parochiële evangelisatie: wat moeten we ons daarbij voorstellen? En hoe doe je dat in onze tijd? In deze presentatie ga ik hierop in. Ik begin door stil te staan bij het begrip evangelisatie. Daarna bied ik tips aan voor de parochie die meer missionerend wil zijn.

 

Wat is evangelisatie?

Wanneer mensen het woord evangelisatie horen, denken ze vaak aan iets verdachts: bijvoorbeeld aan een soort proselytisme dat mensen onder druk zet, om zielen te winnen voor de Kerk. Alsof het een machtsgreep is.

Maar wat de Kerk verstaat onder evangelisatie is eigenlijk iets heel positiefs:

Evangelie betekent ‘Goed Nieuws’. En evangeliseren is ons Goed Nieuws delen met de wereld, door middel van onze woorden, daden en houding in het leven.

 

Maar wat is ons ‘goed nieuws’? Wat is de inhoud van de ‘blijde boodschap’?

Ik zeg het vaak zo: God leeft en doet leven. Met andere woorden. God bestaat, God is goed, God is almachtig en God heeft ons lief. Aan God hebben we alles te danken: de wereld, ons leven, onze familie en vrienden, onze talenten, onze hoop voor de toekomst. God is de bron en bestemming van het leven.

Maar dit is geen afstandelijke God, dat ons eindeloos laat dwalen in onze schuld en tekortkomingen. Deze God komt naar ons toe, loopt met ons mee, deelt in ons leven, wijst ons de weg. Hij laat ons niet verloren gaan door de zonde en de dood, maar redt ons. Dit laatste is, feitelijk, de letterlijke betekenis van de naam Jezus: “God redt.”

En nu zijn we bij de kern van de blijde boodschap: de Kerk verkondigt Jezus Christus als Heer, dat wil zeggen als God, en Verlosser van de mensheid. Vers 3,16 van het Johannesevangelie vat het goed samen:

“Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.”

 

Evangelisatie is dus in eerste instantie een uiting van vreugde en dankbaarheid. Het komt goed met ons en goed met de wereld! De wereld is in goede handen. Halleluja! We zijn dankbaar voor de machtige daden van de Heer.

En natuurlijk, als je iets geweldigs meemaakt, wil je dat meteen aan iedereen vertellen, toch? Denk aan de geboorte van een kind of aan de overwinning van het Nederlands elftal op Brazilië. Zo is het ook met het goede nieuws van God. Zulke nieuws houd je niet voor jezelf.

Hiernaast moeten we ook zeggen dat Jezus zelf ons nadrukkelijk de opdracht heeft gegeven om dit goede nieuws met de wereld te delen. Aan het einde van het Marcusevangelie horen wij hem zeggen: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping” (Marcus 16,15).

 

Nu naar de praktische vraag: Hoe doe je dat? Hoe breng je als parochie de boodschap naar buiten?

Zo dadelijk ga ik verwijzen naar goede hulpmiddelen die inzetbaar zijn in de parochiële evangelisatie, maar daarvoor wil ik twee basisprincipes noemen, die de goede evangelisatiepraktijk ondersteunen.

Het eerste principe is dat God zelf de ware evangelist is. God is de bron van alles, en dus ook van de evangelisatie. Als God het huis niet bouwt, is elk evangelisatieproject gedoemd om te mislukken. Want dan zal het zeker in de verkeerde richting leiden en zal het om ons gaan, en niet om het leven dat in God te vinden is. God makes it happen. God doet het.

Het tweede  principe is een logisch gevolg van het eerste. Evangeliseren in zijn kern is meewerken aan Gods liefhebben van de wereld. De belangrijkste taak van de evangelist of van de evangeliserende gemeenschap dan, is om het eigen leven open te stellen voor de werking van de heilige Geest. De heilige Geest is diegene die Christus tegenwoordig stelt in het hier en nu. Wat wij doen is ruimte creëren voor Christus in ons leven en in onze wereld. Wanneer we ons openstellen voor de Geest, geeft de Geest ons de juiste woorden, en maakt de Geest Jezus zichtbaar voor anderen. Ruimte maken voor God in ons leven doen we door te luisteren naar zijn Woord, door te bidden, door Hem te ontvangen in de Eucharistie en andere sacramenten, en door present en dienstbaar te zijn met onze naasten.

Bij ouderavonden in parochies word ik vaak gevraagd, “Welke middel moet ik gebruiken – welk boek, welke methoden – om het geloof door te geven aan mijn kind?” Mijn antwoord is steevast: Het beste wat je kunt doen is werk maken van je eigen geloof. Want als je eigen geloof echt levendig is, dan ben je goed in staat om iets waardevols te zeggen of doen op momenten wanneer je kind openstaat voor jouw wijsheid.

OK, nu naar de

Tips, middelen en methoden:

  1. Kijk eerst intern. Omdat evangeliseren begint met eigen geloof is het zeer de moeite waard om te kijken naar de staat van het geloof binnen de eigen gemeenschap. Paus Paulus VI zei in Evangelii nuntiandi dat de missie een graadmeter is van ons eigen geloof. Hoe geloviger we zijn, hoe meer bereid we zullen zijn om naar buiten te treden met ons geloof. Dus moet de parochie die meer missionerend wil zijn, zorgen voor de goede vieringen, voor catechese voor alle leeftijden en voor naastenliefde die vorm krijgt in diaconie. Kleine geloofsgemeenschappen (small Christian communities) zijn een beproefde middel om het geloof binnen de parochie te versterken (zie Slijkerman en Van Iersel, Kleine geloofsgroepen). Maar denk ook aan retraites, bezinningsavonden, pelgrimages, gezamenlijke diaconale projecten. De katholieke media kunnen ook een voedingsbron zijn voor het geloof: bvb:  Inspiratie, Katholiek Nieuwsblad, Vol Zin, KRO, Radio Maria).
  2. Sta nadrukkelijk stil bij (het belang van) ‘evangelisatie’. Zie www.rkevangelisatie.nl voor Bijbelse en kerkelijke bronnen over evangelisatie. Daar lees je ook over veel organisaties die veel ervaring hebben met evangelisatie. Daar is ook sinds kort een Routeplanner te vinden voor de parochiële evangelisatie.
  3. Verspreid een mooie, missionerend parochieblad (zie bvb ParochiemagaZIN: www.parochiemagazin.nl). Let op de uitstraling, inhoud en bereik.
  4. Digitale nieuwsbrief vanuit de parochie. Voorbeeld: Pastoor Andy Penne (www.priesterpenne.be).
  5. Maak filmpjes van parochie activiteiten, lezingen, catechese en zet ze op You Tube.
  6. Deur aan deur bezoek in de wijk (Maria Geboorte Nijmegen, Majellaparochie Utrecht). Dit is minder eng dan het lijkt. Je kunt beginnen met een lijst slapende parochianen. Deel een folder uit met informatie. Nodig mensen uit naar een aanstaande evenement (concert, toneelstuk, lezing, levende kerststal, Paasviering…).
  7. Parochiemissie (zie bvb www.h-antonius-abt.nl). Denk aan motiverende sprekers, een concert christelijke popmuziek, een dagelijkse Mis en/of gebedsviering, maaltijden, spelen, huis- en schoolbezoeken, etc.
  8. Door de Alpha cursus (www.rk-alphacentrum.nl) maakt men kennis met de basisleer van het christelijk geloof. Deelnemers komen samen voor een maaltijd en presentatie over
  9. Internetcursus Waarom Jezus? (www.waaromjezus-rk.nl) Een internetcursus laat mensen in privacy hun vragen stellen over Jezus en het christelijk leven.
  10. Infostand / parochiële aanwezigheid bij evenementen in de wijk. Laat je je zien in de wijk!
  11. Cultureel aanbod (biedt cursussen, lezingen aan in de pastorie; muziek in de kerk). Dit kan het begin zijn van een nadere kennismaking.
  12. Benut elk contact. Contact met randkerkelijken, ouders van dopelingen en communicanten, etc. is goud waard. Laat mensen nooit de deur uitlopen zonder zonder leesvoer, liefst met internetadres, en een volgende uitnodiging.
  13. De website Geloven thuis (www.geloventhuis.nl) helpt bij de geloofsopvoeding en geloofsverkondiging met kinderen. De site, met zijn tips en info over de christelijke traditie, kan randkerkelijken leiden naar dieper geloof en meer kerkbetrokkenheid. Stichting Samuel biedt goed materiaal aan: www.stichtingsamuel.nl. Het stripverhaal over het leven van Jezus, Opstand, is ook zeer aan te raden.

 

Wat vinden mensen wanneer ze bij onze parochie langskomen? Hoe uitnodigend en gastvrij uw parochie? Het is triest als mensen een stap richting Kerk en geloof nemen en dan niet met open armen ontvangen worden.

  • Staat er buiten de kerk een missionerend informatieboord?
  • Zijn de deuren altijd op slot?
  • Staat er binnen de kerk gratis, leerzaam materiaal beschikbaar (bvb missionerende folders of een rondleiding voor in de kerk).
  • Hoe worden mensen verwelkomd bij de vieringen? (worden ze gezien, aangesproken?)

 

Slotgedachten:

  1. Let op de toon. We hebben een blijde boodschap, en dat moet hoorbaar zijn in onze verkondiging. We mogen komen met een uitdagende boodschap – het is niet verkeerd als we soms met een confronterende boodschap komen in de samenleving – maar de liefde moet altijd voorop staan. En we moeten mensen altijd in hun vrijheid laten, net als Jezus heeft gedaan.
  2. Onze verkondiging moet recht doen aan wat we te bieden hebben. (Don’t sell our faith short!) Velen zowel buiten als binnen de Kerk, zien de Kerk als een soort vereniging waar mensen bij elkaar komen voor de gezelligheid en om een beetje inspiratie op te doen voor deugdelijk leven. Maar zo’n geloof is geen meerwaarde voor de samenleving, want gezelligheid en de wens om een betere mens te zijn vind je overal. Wat we werkelijk, in de diepste zin, te bieden hebben is vertrouwdheid met de goede en almachtige God, de bron van leven en liefde. Wat we te bieden hebben is innerlijke vrede en diepgaand geluk. Jezus doet de deur open naar eeuwig leven. Dit leven begint niet pas in het hiernamaals, maar hier en nu: “Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed,” zegt Jezus (Johannes 10,10). Dit is de boodschap die centraal moet staan in onze verkondiging.

 

Dr. Timothy P. (Tim) Schilling (USA, 1965) studeerde letterkunde aan de Princeton University en theologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Tussen 1994 en 2001 werkte hij als catecheet in het Aartsbisdom Seattle. Daarna promoveerde hij, in 2003, in de praktische theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. Sinds 2003 is hij medewerker van het Centrum voor Parochiespiritualiteit, Nijmegen (www.parochiespiritualiteit.org).

 

 

 

T. Schilling

 

Handelingen herlezen: een gids voor de hedendaagse evangelisatie?

 

 

In zijn motu proprio Porta Fidei, over het uitroepen van het “Jaar van het Geloof”, verwijst paus Benedictus XVI naar de diepe geloofscrisis van onze tijd. Het is nodig, zegt de paus, dat wij de weg van het geloof herontdekken, opdat de Kerk haar opdracht kan vervullen, “om mensen uit de woestijn te leiden, naar de plaats van het leven, naar de vriendschap met de Zoon van God.”[1] Dat herbronning onmisbaar is bij de evangelisatie, is een terugkerend thema in de leer van deze paus en in die van zijn voorgangers.[2] Hier denken we natuurlijk eerst aan de vier evangeliën van het Nieuwe Testament, onze voornaamste bronnen over Jezus en zijn boodschap. Maar eigenlijk is heel de Bijbel een bron voor de evangelisatie, en niet alleen als voorstelling van de inhoud die verkondigd moet worden. De Bijbel geeft ook inzicht in de mogelijke manieren van de verkondiging. Een bijzonder interessant voorbeeld hiervan is Handelingen van de Apostelen, want dit boek laat zien hoe de vroege kerk de boodschap naar buiten heeft gebracht. In verband met de nieuwe evangelisatie leek het mij nuttig om Handelingen systematisch te herlezen aan de hand van de vraag, Wat valt op in het evangeliseren van de vroege kerk? Deze grote vraag heb ik nader gespecificeerd met hulp van de klassieke vragen van de journalistiek.

 

Wie: Wie verkondigt het geloof in Handelingen, en wie luistert naar die verkondiging?

Wat: Wat is de inhoud van de boodschap die meegedeeld wordt?

Waar: Waar wordt het evangelie verkondigd? Zijn er speciale plekken?

Wanneer: Wanneer gebeurt het? Zijn er speciale tijdstippen of seizoen?

Waarom? Wat is de motivatie van de verkondigers? Waar halen ze hun inspiratie vandaan?

Hoe: Hoe wordt het evangelie verkondigd? Welke methoden en middelen worden ingezet?

 

Hierna stel ik mijn bevindingen voor, maar eerst een korte inleiding over Handelingen.

 

Handelingen in het kort

 

Volgens de traditie en de bijbelwetenschap is Handelingen geschreven door dezelfde auteur als het Evangelie volgens Lucas.[3] Lucas kennen we uit de brieven van Paulus als arts, heiden, bekeerling en vriend van Paulus[4]. Handelingen neemt het verhaal op waar Lucas eindigt en heeft dezelfde schrijfstijl. Er is ook veel intern bewijs voor verbondenheid tussen de twee boeken. Beide spreken bijvoorbeeld in het begin een zekere Teofilus aan. Dit was misschien een hoge Romeinse functionaris of lid van de gemeente. We weten niet precies wanneer Handelingen geschreven werd, maar dat was zeker na het verblijf van Paulus in Rome, tussen de jaren 61-63, en waarschijnlijk na de verwoesting van de tempel te Jeruzalem in het jaar 70 .

Het verhaal in grote lijnen is als volgt. Jezus geeft zijn laatste opdracht aan de discipelen en wordt opgenomen in de hemel. Op de dag van Pinksteren daalt de heilige Geest neer op de apostelen. Petrus geeft leiding aan de christelijke gemeenschap en predikt het evangelie aan buitenstaanders. De christenen worden vervolgd door de joodse overheid, maar de gemeenschap groeit niettemin in vastberadenheid en aantal. Stefanus verkondigt het geloof en lijdt ten gevolge daarvan een marteldood. Na de kerk te hebben vervolgd, ondergaat Paulus een bekering. Hij wordt een vurige geloofsverkondiger. Binnen de geloofsgemeenschap worden discussies gevoerd over de besnijdenis, het rituele dieet en de toelating van heidenen tot de christelijke gemeenschap. Paulus reist door Klein-Azië, de eerste van zijn missiereizen. In Handelingen lezen we ook over het eerste concilie van de kerk, de kerkvergadering van Jeruzalem. Daar wordt beslist dat de kerk geen onnodige last moet leggen op de heidenen die zich tot God bekeren: heidenen die christen worden hoeven zich niet te houden aan alle joodse voorschriften, want de heilige Geest is ook aan de heidenen gegeven. Handelingen vertelt ten slotte over de tweede en derde missiereizen van Paulus (naar Kleine Azië en Europa) en eindigt met Paulus in Rome.

 

De bevindingen

 

Wie evangeliseert in Handelingen? De hoofdrollen zijn zeker voor Petrus en Paulus. Petrus is de onbetwiste leider van de gemeenschap. Hij kende Jezus persoonlijk en hoorde bij de eerste leerlingen. Christus heeft aan hem – zoals we lezen in het Matteüsevangelie (16,9) – de “sleutels” van zijn koninkrijk toevertrouwd. Petrus’ vooraanstaande positie als leider wordt onderstreept door zijn redevoering op Pinksteren en zijn beslissende rol tijdens de Kerkvergadering te Jeruzalem. Bij Paulus ligt het anders. Hij leerde Jezus kennen pas na diens dood en verrijzenis. Net als de gelovigen van nu trouwens. Zijn persoonlijke relatie is ontstaan met zijn bekering, toen de verrezen Heer hem geroepen heeft. Bovendien was hij eerst een vijand en vervolger van de Kerk voordat hij christen werd.

Maar voor wie Handelingen goed leest, is het duidelijk dat de geloofsverkondiging niet alleen zaak is voor de leiders van de gemeenschap. Want naast de erg moedige redevoering van Stefanus, zien we ook veel anderen die hun geloof durven uiten. Denk aan Johannes, Filippus, Barnabus, Jakobus en Timoteüs – maar ook aan minder bekende gelovigen, zoals de lamme man die genezen wordt in hoofdstuk 3; Ananias, die betrokken wordt bij de bekering van Paulus; en Agabus de profeet.

Ook interessant is hoe een vorm van verkondiging soms te horen is uit de mond van ogenschijnlijke tegenstanders. Een goed voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Farizeër, Gamaliël, in hoofdstuk 5. In antwoord op de vraag, wat de Hoge Raad van de Joden moet doen met de bloeiende beweging van de christenen, zegt Gamaliël: “Laat ze hun gang gaan. Gaat dit werk van mensen uit, dan zal het op niets uitlopen. Gaat het echter van God uit, dan zult gij hen niet uiteen kunnen slaan; anders zou misschien blijken dat gij tegen God verzet pleegt.”

Hiernaast moeten ook deze andere bijzondere verkondigers die aan het woord zijn in Handelingen onder de aandacht gebracht worden. Jezus zelf spreekt in Handelingen, eerst tegen de discipelen voor zijn hemelvaart en later tegen Paulus, als aanzet tot zijn bekering. Engelen zijn aan het woord in hoofdstukken 1 en 8. En de heilige Geest spreekt ook: door de Schrift op zich (1,16) – dat wil zeggen, door de auteur van Handelingen – maar ook door de Apostelen op Pinksteren en een keer tegen Petrus in hoofdstuk 10.

Wat me opvalt over het publiek dat ernaar luistert is dat er verschillende groeperingen zijn, die door elkaar lopen. Er is een innerlijke kring van gelovigen die openstaat voor de christelijke boodschap. Daar tegenover staat een sceptische groep joodse leiders, die gevaar zien voor hun eigen geloofstraditie in de nieuwe beweging. Dan zijn er ook nieuwsgierige buitenstaanders, vaak heidenen die zich afvragen wat voor geloof dit is. Het komt vaak voor dat een derde partij, iemand die niet direct betrokken is bij een gesprek, geraakt wordt door de uitwisseling.

En nu mijn tweede vraag: wat voor inhoud wordt verkondigd? Waar hebben de verkondigers het over? Om deze vraag te beantwoorden heb ik een overzicht gemaakt van de belangrijkste onderwerpen uit de toespraken van Petrus, Stefanus en Paulus. Ik was vooral benieuwd naar onderwerpen die bijna altijd behandeld werden. Wat ik gezien heb is het volgende:

Ten eerste dat de heilige Schrift expliciet aangehaald wordt in gesprekken met de Joden, maar impliciet in gesprekken met de heidenen. Wat logisch is, want de Joden moesten uitleg krijgen van hoe Jezus in relatie stond tot de bestaande geloofsoverlevering, maar de heidenen hadden die stap niet nodig. Onder de heidenen heeft Paulus goed gebruik gemaakt van zijn kennis van de Griekse filosofie en mythologie.

Ten tweede valt het me op dat nadruk wordt gelegd op Gods kracht – in het verleden, maar ook in het hier en nu. Er wordt vaak verteld over Gods machtige daden, zijn presentie en de kracht van de heilige Geest. De verkondigers eisen geen eer voor zichzelf op, maar verwijzen altijd naar God.

Enkele geloofsartikelen worden consequent verkondigd. Duidelijk is dat kruis en verrijzenis centraal staan in de verkondiging. Jezus wordt voorgesteld in transcendente termen: als Christus, Heer, Verlosser, Zoon van God. Hij is meer dan een vriend, profeet of voorbeeld. Bekering is ook een terugkerend thema. Denk maar aan het feit dat het bekeringsverhaal van Paulus herhaaldelijk en in detail verteld wordt. Bekering is onmisbaar voor de christen.

Waar, wanneer, waarom en hoe wordt het evangelie verkondigd in Handelingen van de Apostelen? Dit zijn de resterende vragen.

Waar? Dat is eenvoudig. De christenen doen recht aan de opdracht van de Heer: de blijde boodschap wordt overal verkondigd. In die zin biedt Handelingen een mooie kijk op het leven tweeduizend jaar geleden in het Midden Oost, Klein Azië en het verre zuiden van Europa. Het is net een oude reisgids.

Interessant om te zien is hoe de kring van betrokkenen steeds groter wordt. Wat begint als een diep geestelijke ervaring in de eigen joods-christelijke gemeenschap wordt langzamerhand gedeeld met steeds meer buitenstaanders: Samaritanen, heidenen, mensen aan de marges (denk aan Simon de leerlooier en de gevangenisbewaker), mensen ver weg. De kerk hier is voortdurend in beweging. Het Woord gaat voort vanuit Jeruzalem naar Samaria, de zeekust, Damascus, Antiochië, Cyprus, Klein Azië, Europa en uiteindelijk naar Rome. Zie ook de diversiteit in de omgevingen waar verkondiging plaatsvindt: op marktplaatsen, op straat, voor ambtenaren, op de Areopagus van Athene, in synagogen en in huiselijke kring.

Het antwoord op de vraag, wanneer wordt het evangelie verkondigd?, lijkt een beetje op het antwoord op de vorige vraag. Elke tijd is een goede tijd om God aan te prijzen. Geloofsgetuigenis, gebed en prediking vinden plaats niet alleen in de eredienst of in momenten die daarvoor gereserveerd zijn. Ze komen in alle omstandigheden voor, en vooral naar aanleiding van een zichtbare nood. Iemand lijdt. Iemand stelt een moeilijke vraag. Daar gaat de gelovige op in.

De tijdsduur van de verkondiging lijkt ook van belang. In Handelingen zien we dat geloof niet in één keer overgedragen wordt. Het vraagt om veel geduld, meerdere gesprekken en veel tijd samen. Een redevoering wordt vaak vervolgd op een latere dag, en Paulus logeert maanden en zelfs jaren bij een gemeenschap, om het geloof daar te versterken.

De motivatie voor de geloofsverkondiging, het waarom, is heel consequent terug te vinden in een persoonlijke ontmoeting tussen de discipel en Christus of in een sterke ervaring van Gods genade. Petrus en andere gelovigen kenden Jezus persoonlijk. Maar anderen zijn christen geworden dankzij de liefde die gedeeld wordt in Christus’ naam. Zie bijvoorbeeld de genezing van de lamme man door Petrus en Johannes in hoofdstuk drie. Deze man begint God meteen te prijzen. Helaas zien we ook dat mensen zich soms aansluiten bij de geloofsgemeenschap om de verkeerde redenen: Simon de magiër bijvoorbeeld wil heel graag de kracht van de apostelen hebben (hoofdstuk 8). Handelingen toont duidelijk aan dat dit niet de bedoeling is.

We vinden in Handelingen geen zichtbare motivatie om de macht van de kerk op zich te doen groeien. Die beweegreden blijft buiten beschouwing. Het gaat om de redding die God brengt, niet om de kerk als instituut.

Ten slotte de vraag, Hoe? Hoe wordt Christus gepredikt in Handelingen?

Kort gezegd: met woorden, met daden en liefst samen. De kracht van de woorden ligt niet in eerste instantie in hun eloquentie. Wanneer Petrus en Johannes voor het Sanhedrin staan, zijn deze discipelen in de ogen van de schriftgeleerden en hogepriester, “ongeletterde, eenvoudige” mensen. Maar de moed en vurigheid van hun verkondiging maakt indruk: Door niemand anders komt de redding, durven ze zeggen, dan door Christus.

Waar argumentatie wordt gebruikt, sluit het altijd aan bij de denkwijze van diegenen die de argumenten zouden moeten kunnen verstaan. Als Paulus aan het woord is, vertrekt hij vanuit de eigen standpunten van het publiek, zij het joden of aanhangers van het stoïcisme of het epicurisme. Hij leert ons hoe belangrijk het is om onze gesprekspartners goed te verstaan.

De christenen spreken ook uit persoonlijke ervaring. Zij getuigen van hun geloof, vaak in twee talen, en laten weten wat ze zelf meegemaakt hebben. Dit maakt hun verhaal concreter en meer geloofwaardig.

Naast woorden, wordt de boodschap ook verkondigd aan de hand van daden. Dat zijn daden van liefdadigheid, wonderdaden (zoals genezingen, een bevrijding uit de gevangenis, de opstanding van Tabitha in hoofdstuk 9), en het sacrament van het doopsel. Wat de daden laten zien, is dat God achter de woorden staat: als bron van de liefde, als almacht, als bron van genade.

De grootste verrassing voor mij bij het herlezen van Handelingen was hoeveel nadruk gelegd wordt op de naam van Jezus. De gelovigen willen prediken in zijn naam, ze willen hem verkondigen als Verlosser, maar veel luisteraars hebben daar moeite mee. Hun daden van liefdadigheid waren welkom, maar geloof in Jezus zelf, de bron van de liefde was voor velen een struikelblok. Hetzelfde geldt in onze tijd.

 

Implicaties voor de hedendaagse evangelisatie

 

Ter slotte: Wat kunnen we van Handelingen meenemen in de eigen geloofsverkondiging van hier en nu? Veel, zo lijkt mij, maar in het bijzonder misschien drie gedachten. Ten eerste: Evangelisatie begint met de persoonlijke relatie met Christus; we verkondigen niet onszelf, zegt Paulus, maar Christus. Ten tweede: De verlossing door Christus, door zijn leven, dood en verrijzenis, moet centraal staan in de boodschap die we brengen. Ten derde: onze verkondiging mag wel wat kosten. Christen zijn vraagt om bekering en offergave. De vraag is in hoeverre we bereid zijn om Christus te volgen.

 

 

Dr. Timothy P. Schilling (USA, 1965) is medewerker van het Centrum voor Parochiespiritualiteit, Nijmegen, en secretaris van het Platform voor Evangelisatie (www.rkevangelisatie.nl). In 2003 promoveerde hij in de praktische theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. Daarvoor studeerde hij theologie aan de KU Leuven (MA 1994) en letterkunde aan Princeton University (BA 1987). Hij is auteur van De blijde boodschap. Een gids voor verkondiging (2009).

 


[1] Paus Benedictus XVI, Porta fidei (11 oktober 2011), 2.

[2] Van Benedictus XVI zie Verbum dei 98 en 122 en zijn homilieën op 5 oktober 2008 en 26 oktober 2008. Vgl. Johannes Paulus II, Novo millennio ineunte 29, 39-40; Paulus VI, Evangelii nuntiandi 15.

[3] Voor dit korte overzicht heb ik de volgende bronnen geraadpleegd: Internationaal Comentaar op de Bijbel, 2e druk, (Kok-Kampen / Averbode, 2001). Dichtbij is uw woord (Werkgroep Sacerdos, Vlaamse Bijbelstichting). Luke T. Johnson, The Writings of the New Testament: An Interpretation (Fortress, 1986).

[4] Vgl. Kol. 4,14; 2 Tim. 4,11; Fil. 24.

About the Author

Comments are closed.

  • Zoeken

  • Wat is het kerygma?

     

    “De (eerste) verkondiging heeft als inhoud de gekruisigde, gestorven en verrezen Christus.” Paus Johannes Paulus II, Redemptoris Missio nr. 44

  • Routeplanner voor Evangelisatie

    12 stappen naar groei van parochie/geloofsgemeenschap Lees verder